Alle kleine bee(s)tjes helpen
Een column door Beanca de Goede
Er komt een berichtje van de Paddenwerkgroep Noord-Kennemerland binnen: ze kunnen hulp gebruiken bij de paddentrek, die op het punt van losbarsten staat. Voor onze aangenomen motie ‘Red padden uit de put’ heb ik me net verdiept in het lot van deze beestjes die jaarlijks met enorme aantallen (1 à 2 miljoen) - in rioolputten vallen en daar een nare dood sterven. Ik wil dus zeker meehelpen om te voorkomen dat nog meer padden het loodje leggen.
Het zachte weer van de afgelopen weken was het startsein voor de voorjaarstrek van padden, kikkers en salamanders. Ze worden wakker uit hun winterslaap en trekken vanuit de duinen massaal naar nabijgelegen poelen en polderslootjes. Elk jaar keren ze volhardend terug naar de plek waar ze zelf geboren zijn. En die tocht is niet zonder gevaar, want tussen bos, duin en poel liggen vaak drukke verkeerswegen.
Hoe hard daar gereden wordt, kan ik met eigen ogen zien terwijl ik op een zondagavond in de schemer sta te wachten op de coördinator van de plaatselijk paddenwerkgroep. Op steenworp afstand staat een snelheidsmeter, die laat zien dat veel automobilisten het niet zo nauw nemen met de maximumsnelheid. Ik ben blij dat er langs de hele weg inmiddels amfibieëntunnels, paddenschermen en opvangemmers zijn, maar er is nog steeds werk aan de winkel. De padden en kikkers die die veilige oversteekplaats niet kunnen vinden of via de oprit van woningen de weg oversteken helpen we netjes over.
Ondanks alle tunnels en de inzet van een grote groep vrijwilligers gaat het niet goed met de amfibieën in Noord-Holland. Het steeds drukkere verkeer speelt daar een rol in, maar dat is niet de enige factor. Toenemende verstedelijking, de slechtere kwaliteit van het oppervlaktewater, de droge zomers en de afname van insecten (hun voedsel) zijn allemaal factoren die ervoor zorgen dat de padden- en kikkerpopulatie afneemt. De grootste boosdoener komt uit onverwachte hoek. Nieuw onderzoek laat zien dat onze zachtere winters funest zijn voor padden. Doordat het niet echt koud wordt, daalt hun lichaamstemperatuur te weinig tijdens hun winterslaap, verbruiken ze ongemerkt meer energie en worden ze verzwakt wakker. En op dat moment moeten ze beginnen aan de gevaarlijkste tocht van hun leven!
Mijn eerste avond paddentrek levert niet veel op, de tweede des te meer. Op deze zachte, zonnige zondag begint het eind van de dag te miezeren. Ideaal paddenweer, weet ik inmiddels. Gehuld in een reflectie-hesje en gewapend met een zaklamp en een emmer gaan we op pad. Na ruim twee uur surveilleren langs de route ben ik druipnat, maar: “elk nadeel heeft z’n voordeel”. We helpen 23 gewone padden, 5 rugstreeppadden, 2 groene kikkers, 1 bruine kikker en 1 piepkleine salamander over. Diezelfde week komt er bemoedigend nieuws van Ravon, de stichting Reptielen, Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland: de eerste tekenen wijzen erop dat er dit jaar meer padden zijn overgezet dan vorig jaar. Komende zondag sta ik dus weer klaar. Om bij Johan Cruyff, te blijven: “Vaak moet er iets gebeuren voordat er iets gebeurt.”
Gerelateerd nieuws
Mantelzorg verdient meer waardering
Onze overheid wil dat ouderen en chronisch zieken ‘zelfregie’ houden zodat ze zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijv...
Lees verderWord een voedselbank voor bijen
Op weg naar het weiland waar mijn paarden staan, passeer ik bermen vol fluitenkruid, koolzaad en klaprozen. Iets verderop, in...
Lees verder