Word een voed­selbank voor bijen


Een column door Sarah Pesie

1 mei 2024

Op weg naar het weiland waar mijn paarden staan, passeer ik bermen vol fluitenkruid, koolzaad en klaprozen. Iets verderop, in de polder, zie ik veldjes waar klaver, speenkruid en paardenbloemen uitbundig bloeien. Hier en daar spot ik zelfs boshyacinten en smeerwortel. Die bloeiende bermen en bloemrijke veldjes zijn niet alleen mooi om te zien, ze hebben ook een belangrijke functie. Want al lijken het snippers natuur, bij elkaar vormen ze een belangrijk leefgebied voor bijen, vlinders en andere insecten.

Voor natuurorganisaties in Nederland is dit dé reden om mei elk jaar uit te roepen tot Maai Mei Niet-maand. De insecten en vlinders hebben het namelijk al jaren zwaar. Het aanbod aan bloemen in bermen en tuinen wordt steeds kleiner en juist in mei, de maand waarin er grote behoefte aan voedsel is, gaat de maaier er overheen.

De campagne ‘Maai Mei Niet’ loopt al een paar jaar in Nederland en blijkt een groot succes. Afgelopen jaar werd maar liefst 840.000 vierkante meter aan gazons aangemeld. De deelnemers telden begin juni de bloemen in hun tuin en op basis daarvan is er een persoonlijke nectarscore per gazon berekend. De 11.000 bloemen van de deelnemende tuinen gaven vorig jaar voedsel aan meer dan 2,5 miljoen honingbijen! Waarschijnlijk is het aantal insecten dat van Maai Mei Niet profiteert nog veel hoger, want niet iedereen die meedeed heeft zich aangemeld. Zo zie je maar dat alle kleine bee(s)tjes helpen.

Door op allerlei plekken wilde bloemenlinten in te zaaien, probeert ook Stadswerk om meer biodiversiteit te creëren in Alkmaar. Daarnaast wordt er op veel plekken extensief gemaaid wordt én wordt kort gras waar dat kan omgezet in bloemrijk gras. Op die manier is er de afgelopen jaren al een oppervlak van 11 voetbalvelden aan extra bloemrijk gras gerealiseerd. Zie je in mei toch een maaimachine voorbijkomen, dan is dat meestal op locaties waar speelveldjes of hondenuitlaatplekken zijn. Of waar dat belangrijk is voor de verkeersveiligheid.

Meedoen met Maai Mei Niet is trouwens heel makkelijk. Je hoeft er namelijk niets voor te doen: je kunt gewoon je grasmaaier laten staan. Wil je wél een beetje moeite doen, dan kun je wilde, inheemse planten en bloemen inzaaien, waardoor je tuin een ontmoetingsplek wordt voor vlinders, bijen, hommels en andere insecten. Die trekken op hun beurt weer mezen, merels en lijsters aan, die je tuin vrijwaren van ‘plaagdieren’ zoals de buxusrups, de eikenprocessierups, tuinslakken en luizen. Voor je het weet, heb je zo een mini-ecosysteem in je achtertuin.

Nog een tip: kies liever wilde, inheemse planten in plaats van plantjes uit het tuincentrum. Ze vormen een belangrijke schakel in het ecosysteem. Dat doen de bloeiende perkplantjes uit het tuincentrum juist weer niet; die bevatten heel vaak pesticiden waardoor hun nectar regelrecht schadelijk is voor insecten. Zadenmengsels voor insecten worden in april en mei overal aangeboden door organisaties als Natuurmonumenten en The Pollinators. Die laatste heeft 22 april zelfs uitgeroepen tot Nationale Zaaidag.

Wij staan voor:

Gerelateerd nieuws

Alle kleine bee(s)tjes helpen

Er komt een berichtje van de Paddenwerkgroep Noord-Kennemerland binnen: ze kunnen hulp gebruiken bij de paddentrek, die op he...

Lees verder

Dinoterb: Een dressing die je echt niet over je sla wilt

In het water in Noord-Holland Noord zijn meerdere verboden stoffen aangetroffen waaronder dinoterb. Uit metingen die in 2023 ...

Lees verder