Op naar een Rookvrije generatie


Pakt de gemeente haar rol in het beperken van tabaks­spe­ci­aal­zaken?

Indiendatum: 22 feb. 2024

Geacht college,

Partij voor de Dieren Alkmaar streeft naar een gezonde leefomgeving. Een
belangrijk onderdeel hiervan is dat we als Alkmaarders zo min mogelijk roken en vooral ervoor zorgen de jongere generaties zo min mogelijk in aanraking komen met roken. In de afgelopen jaren zijn er wat landelijke veranderingen geweest m.b.t. verkooppunten voor tabaksproducten. Vanaf 1 juli 2024 mogen de supermarkten geen (e-)sigaretten meer verkopen. Daardoor zijn er in onze opvatting zorgwekkende ontwikkelingen geweest zoals het proberen omzeilen van dit verbod door supermarkten [1]. Er zijn in Nederland gemeenten geweest die een adequaat antwoord op deze ontwikkeling kunnen geven, zoals Gemeente Utrecht die via een voorbereidingsbesluit nieuwe vestigingen van tabaksspeciaalzaken
mocht voorkomen [2]. Ook Gemeente Den Haag overweegt een dergelijke stap te zetten [3].

We hebben hierover een aantal vragen:

  1. Is het college het met de PvdD het eens dat er gestreefd dient te worden naar een spoedige rookvrije generatie? Indien nee, waarom?
  2. Is het college met de PvdD het eens dat de leeftijdsgrens voor tabak naar 21 jaar verhoogd dient te worden? Indien nee, waarom?
  3. Is het college het met de PvdD eens dat een stop op de uitbreiding van het aantal tabaksspeciaalzaken zou bijdragen aan het sneller bereiken van een rookvrije generatie? Indien nee, waarom?
  4. Is het college met de resultaten van de tot nu toe gezette stappen (zoals
    Alkmaars Preventieakkoord) om het aantal (e-)sigarettenrokers onder jongeren te laten dalen tevreden? Waarom?
  5. Een landelijk vergunningstelsel tabak laat waarschijnlijk nog jaren op zich wachten. Is het college bereid om de noodzakelijke juridische en reglementaire stappen te zetten om bij het openen van een nieuwe tabaksspeciaalzaak een vergunning te eisen? Indien nee, waarom?
  6. Is het college hierop vooruitlopend bereid om een maximaal aantal
    verkooppunten voor tabak per wijk in te voeren, onderhevig aan de vorig jaar aangenomen motie in de Tweede Kamer [4]? Indien nee, waarom?
  7. Is het college bereid om een vergelijkbaar voorbereidingsbesluit als de
    Gemeente Utrecht te nemen om geen nieuwe vestiging van tabaksspeciaalzaken toe te laten? Indien nee, waarom?


Kıvılcım Pınar

Partij voor de Dieren Alkmaar

Toelichting:

[1] Een vandaag
[2] Utrecht.nl nieuwsbericht en Utrecht.nl Raadsbesluit
[3] Ad.nl Den Haag denkt aan stop nieuwe tabakswinkels
[4] Tweedekamer.nl Motie maximum tabakswinkels

Indiendatum: 22 feb. 2024
Antwoorddatum: 12 mrt. 2024

Geachte leden van de raad,

Het lid van de raad Pınar heeft ons op 22 februari 2024 de volgende raadsvragen gesteld over de rol van de gemeente omtrent rookvrije generatie en tabaksspeciaalzaken. In deze brief leest u onze reactie, overeenkomstig art. 42 Reglement van Orde voor vergaderingen van de raad.

Vraag 1:
Is het college het met de PvdD het eens dat er gestreefd dient te worden naar een spoedige rookvrije generatie? Indien nee, waarom?

Antwoord
Het is bekend dat roken ongezond is. Wij verwelkomen elke stap naar verbetering van gezondheid, met respect voor de keuzevrijheid die ieder heeft.

Vraag 2:
Is het college met de PvdD het eens dat de leeftijdsgrens voor tabak naar 21 jaar verhoogd dient te worden? Indien nee, waarom?

Antwoord
Onze mening doet op dit punt niet ter zake: een beslissing over de verhoging van de leeftijdsgrens voor het kopen van tabak wordt op Rijksniveau genomen.

Vraag 3:

Is het college het met de PvdD eens dat een stop op de uitbreiding van het aantal tabaksspeciaalzaken zou bijdragen aan het sneller bereiken van een rookvrije generatie? Indien nee, waarom?

Antwoord
Wij begrijpen het standpunt van de Staatssecretaris van VWS dat hij heeft ingenomen in zijn brief van 25 oktober 2023, waarin hij heeft aangegeven dat het naar voren halen van het jaar waarin de verkoop van rookwaren is voorbehouden aan tabaksspeciaalzaken, een dempend effect op het aantal verkooppunten kan hebben. Dat kan bijdragen aan het beperken van het aantal gebruikers van tabaksproducten. De brief is als bijlage 1 achter deze beantwoording opgenomen.

Vraag 4:
Is het college met de resultaten van de tot nu toe gezette stappen (zoals Alkmaars Preventieakkoord) om het aantal (e-)sigarettenrokers onder jongeren te laten dalen tevreden? Waarom?

Antwoord
Een vergelijking tussen 2021/2022 en 2023 levert de volgende uitkomsten op: Regelmatig roken (minstens 1 keer per week):

  • 2023 21,5%;
  • 2022 21,9%.

Dagelijks roken (minstens 1 keer per dag):

  • 2023 15%;
  • 2022 16,6%.

Regelmatig vapen (minstens 1 keer per week):

  • 2023 11,1%;
  • 2021 2,4%.

Dagelijks vapen (minstens 1 keer per dag):

  • 2023 5,5%;
  • 2021 1,5%.

De stappen die de achterliggende periode zijn gezet, zijn de volgende:

  • trajecten Vitaal Rookvrij en Stoptober;
  • rookvrije openbare gebouwen (binnen en buiten), zoals stadskantoor en stadhuis;
  • het programma In Control of Alcohol & Drugs, in samenwerking met de GGD;
  • het project Rookvrije wijk, in samenwerking met en met subsidie van de GGD.

Wij stellen vast dat de toename van vapen verdere aandacht nodig heeft. Om hierop gerichter te kunnen inzetten, is het van belang om onder meer helder te krijgen of het verkoopverbod op smaken voor de e-sigaret dat per 1 januari van dit jaar is ingegaan, tot voldoende daling leidt.

Vraag 5:

Een landelijk vergunningstelsel tabak laat waarschijnlijk nog jaren op zich wachten. Is het college bereid om de noodzakelijke juridische en reglementaire stappen te zetten om bij het openen van een nieuwe tabaksspeciaalzaak een vergunning te eisen? Indien nee, waarom?

Antwoord
Wij kunnen geen vergunningplicht voor nieuwe tabaksspeciaalzaken opleggen zonder voorafgaande wetswijziging van de Tabaks- en rookwarenwet.

Vraag 6:
Is het college hierop vooruitlopend bereid om een maximaal aantal verkooppunten voor tabak per wijk in te voeren, onderhevig aan de vorig jaar aangenomen motie in de Tweede Kamer? Indien nee, waarom?

Antwoord
De voorgestelde beperking is op dit moment in strijd met de huidige Dienstenwet. Pas na aanpassing van de landelijke regelgeving, kunnen gemeenten mogelijk een beperking aan het aantal tabaksspeciaalzaken stellen. Na een eventuele wetswijziging is het aan de raad om te beslissen over de wenselijkheid van een beperking van het aantal tabaksverkooppunten per wijk.

Vraag 7:

Is het college bereid om een vergelijkbaar voorbereidingsbesluit als de Gemeente Utrecht te nemen om geen nieuwe vestiging van tabaksspeciaalzaken toe te laten? Indien nee, waarom?

Antwoord
De bevoegdheid om een voorbereidingsbesluit te nemen, ligt bij de raad. Voor de volledigheid merken wij daarbij op dat een voorbereidingsbesluit onder de Omgevingswet een geldingsduur van anderhalf jaar heeft. Het is de verwachting dat het landelijke wetswijzigingstraject langer duurt. Een eventueel voorbereidingsbesluit lijkt ons in dit stadium dan ook prematuur.


Toelichting:
Tweedekamer.nl Verkooppunten tabak, leeftijdsgrens en motie snus