Schriftelijke vragen over Vogelgriepuitbraak Grootschermer
Indiendatum: 1 nov. 2021
- De vogelgriep uitbraak geeft grote risico’s op het uitbreken van een nieuwe pandemie, waarbij ziektes muteren en van dier op mens overspringen.
- Deze waterrijke omgeving met veel wilde vogels is een ongunstige locatie voor intensieve pluimveehouderij
Risico voor de volksgezondheid
Op 30 oktober 2021 is in Grootschermer bekend geworden dat bij een vleeskuiken bedrijf het Hoogpathogene vogelgriepvirus (HPAI) is aangetroffen. Hierna werden alle 107.000 dieren (deels preventief) gedood.
Op de website van Wageningen University Research (WUR) is te lezen: “Sommige varianten van de vogelgriep zijn overdraagbaar op mensen (zoönose). Vogelpest, de gevaarlijke variant van vogelgriep (HPAI) vormt een risico voor de volksgezondheid. Direct contact met besmet pluimvee kan leiden tot ernstig verlopende infecties bij mensen. De vrees bestaat dat het virus zodanig verandert dat het zich makkelijk onder mensen kan verspreiden. Dat kan dan leiden tot een wereldwijde griepepidemie, een zogenaamde pandemie.”
De Correspondent wijdde eerder een artikel aan grote kippenstallen als broedplaatsen voor een nieuwe pandemie. [1]
Virologen waarschuwen al jaren voor de immense risico’s van het vogelgriepvirus. Eerder al bleken vogelgriepvarianten H5N1, H7N9, H9N2 en H7N7 voor mensen gevaarlijk te zijn en dit jaar bleken in Rusland ook voor het eerst mensen te zijn besmet met H5N8. Het vogelgriepvirus kan dus muteren naar een ernstige zoönose die een nieuwe pandemie veroorzaakt. In de brief van Minister Schouten (LNV) aan de Tweede Kamer over de uitbraak van hoogpathogene vogelgriep in Grootschermer staat daarom dat iedereen in de buurt van de kippen beschermende kledij en gezichtsmaskers moet dragen. [2]
De verspreiding door wild
Een waterrijke omgeving met veel wilde vogels is een ongunstige locatie voor intensieve pluimveehouderij. Hoewel een bedrijf met 107.000 dieren niet gezien wordt als mega-stal, betreft het hier een groot bedrijf met veel dieren, gelokaliseerd nabij een waterrijk en Natura 2000 gebied.
In het rapport Zoönosen in het vizier door een brede expertgroep in opdracht van het kabinet, wordt aangegeven dat Nederland kwetsbaar is door de hoge dichtheid aan (pluim)veehouderijen. [3] Eén van hun adviezen is "Een verbod op pluimveehouderij in waterrijke gebieden en reductie van het aantal bedrijven kunnen ook bijdragen aan het verder terugdringen van het risico op (verspreiding van) vogelgriep."
Uit andere onderzoeken blijkt ook dat niet alleen wilde vogels maar ook ratten, muizen, vossen en huisdieren een rol spelen in de verspreiding van vogelgriep. Het risico bestaat dat het virus in deze andere diersoorten muteert tot een voor de mens gevaarlijke ziekte.
De hoge dichtheid van pluimvee en manier van het snel, dieronvriendelijk, produceren van vlees zorgt ervoor dat het pluimvee een slechte weerstand heeft en letterlijk bij bosjes neervalt als er iets gebeurt. De manier van produceren draagt in zeer grote mate bij aan de gevormde risico’s voor mens en dier. Wat de Partij voor de Dierenfractie betreft is het dan ook hoog tijd voor een nieuwe, vooruitstrevende aanpak.
Vragen
- Vindt het college het verstandig dat zo veel kippen gehouden worden in een waterrijk gebied, wetende dat juist deze regio veel wilde dieren en vogels aantrekt?
- Deelt het college onze mening dat intensieve pluimveehouderij risico’s geeft op zoöonoses voor onze burgers?
- Is het college voornemens om vanwege gezondheidsrisico's, (net als in andere gemeentes gedaan is bij geitenhouderijen), een stop of beperking af te kondigen op kippenhouderijen?
- De provincie wil met de Voedselvisie 2020-2030 komen tot een duurzaam voedselsysteem in Noord-Holland. Daartoe stimuleert GS agrariërs tot omschakeling naar regeneratieve landbouw, kringlooplandbouw en korte ketens.
- Wil het college in gesprek gaan met de provincie om grootschalige intensieve pluimveehouderijen niet meer toe te staan in de gemeente Alkmaar?
- Hoe past het gemeentelijke beleid bij de provinciale visie en dan specifiek t.a.v. het verlenen van de vergunning voor een vleeskuikenbedrijf (plofkippen) met 107.000 dieren. Wetende dat er vele problemen zijn met het dierenwelzijn, de totstandkoming van het voer, het vlees veelal voor de export is, en een risico is voor nieuwe zoönoses.
- Is het college bereid om op korte termijn met de kippenhouder in gesprek te gaan, er op aan te dringen dat nu de stallen leeg zijn, deze niet opnieuw te vullen met nieuwe plofkipvleeskuikens, en hulp te bieden richting een biologische natuurinclusieve bedrijfsvoering?
Met vriendelijke groet,
Kitty van Dam -Kooijman, fractievoorzitter Partij voor de Dieren Alkmaar
[3] https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2021/06/01/rapport-expertgroep-zoonosen
Indiendatum:
1 nov. 2021
Antwoorddatum: 19 nov. 2021
- De vogelgriep uitbraak geeft grote risico’s op het uitbreken van een nieuwe pandemie, waarbij ziektes muteren en van dier op mens overspringen.
- Deze waterrijke omgeving met veel wilde vogels is een ongunstige locatie voor intensieve pluimveehouderij
Risico voor de volksgezondheid
Op 30 oktober 2021 is in Grootschermer bekend geworden dat bij een vleeskuiken bedrijf het Hoogpathogene vogelgriepvirus (HPAI) is aangetroffen. Hierna werden alle 107.000 dieren (deels preventief) gedood.
Op de website van Wageningen University Research (WUR) is te lezen: “Sommige varianten van de vogelgriep zijn overdraagbaar op mensen (zoönose). Vogelpest, de gevaarlijke variant van vogelgriep (HPAI) vormt een risico voor de volksgezondheid. Direct contact met besmet pluimvee kan leiden tot ernstig verlopende infecties bij mensen. De vrees bestaat dat het virus zodanig verandert dat het zich makkelijk onder mensen kan verspreiden. Dat kan dan leiden tot een wereldwijde griepepidemie, een zogenaamde pandemie.”
De Correspondent wijdde eerder een artikel aan grote kippenstallen als broedplaatsen voor een nieuwe pandemie. [1]
Virologen waarschuwen al jaren voor de immense risico’s van het vogelgriepvirus. Eerder al bleken vogelgriepvarianten H5N1, H7N9, H9N2 en H7N7 voor mensen gevaarlijk te zijn en dit jaar bleken in Rusland ook voor het eerst mensen te zijn besmet met H5N8. Het vogelgriepvirus kan dus muteren naar een ernstige zoönose die een nieuwe pandemie veroorzaakt. In de brief van Minister Schouten (LNV) aan de Tweede Kamer over de uitbraak van hoogpathogene vogelgriep in Grootschermer staat daarom dat iedereen in de buurt van de kippen beschermende kledij en gezichtsmaskers moet dragen. [2]
De verspreiding door wild
Een waterrijke omgeving met veel wilde vogels is een ongunstige locatie voor intensieve pluimveehouderij. Hoewel een bedrijf met 107.000 dieren niet gezien wordt als mega-stal, betreft het hier een groot bedrijf met veel dieren, gelokaliseerd nabij een waterrijk en Natura 2000 gebied.
In het rapport Zoönosen in het vizier door een brede expertgroep in opdracht van het kabinet, wordt aangegeven dat Nederland kwetsbaar is door de hoge dichtheid aan (pluim)veehouderijen. [3] Eén van hun adviezen is "Een verbod op pluimveehouderij in waterrijke gebieden en reductie van het aantal bedrijven kunnen ook bijdragen aan het verder terugdringen van het risico op (verspreiding van) vogelgriep."
Uit andere onderzoeken blijkt ook dat niet alleen wilde vogels maar ook ratten, muizen, vossen en huisdieren een rol spelen in de verspreiding van vogelgriep. Het risico bestaat dat het virus in deze andere diersoorten muteert tot een voor de mens gevaarlijke ziekte.
De hoge dichtheid van pluimvee en manier van het snel, dieronvriendelijk, produceren van vlees zorgt ervoor dat het pluimvee een slechte weerstand heeft en letterlijk bij bosjes neervalt als er iets gebeurt. De manier van produceren draagt in zeer grote mate bij aan de gevormde risico’s voor mens en dier. Wat de Partij voor de Dierenfractie betreft is het dan ook hoog tijd voor een nieuwe, vooruitstrevende aanpak.
Vragen
- Vindt het college het verstandig dat zo veel kippen gehouden worden in een waterrijk gebied, wetende dat juist deze regio veel wilde dieren en vogels aantrekt?
Antwoord: Recent heeft het ministerie aangegeven dat waterrijke gebieden voor pluimveehouderijen een hoger risico vormen (memo Vragen en antwoorden over vogelgriep 18 juni 2021 Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit). - Deelt het college onze mening dat intensieve pluimveehouderij risico’s geeft op zoönoses voor onze burgers?
Antwoord: Het oplopen van een infectie met zoönose is altijd mogelijk bij contact met dieren. - Is het college voornemens om vanwege gezondheidsrisico's, (net als in andere gemeentes gedaan is bij geitenhouderijen), een stop of beperking af te kondigen op kippenhouderijen? Antwoord: Nee, dit is geen gemeentelijke bevoegdheid. Het ministerie van LNV heeft het instellen, opheffen of verlengen van de geitenstop belegd als een bevoegdheid van provincie. In lijn hiermee is een stop of beperking van kippenhouderijen ook een provinciale aangelegenheid.
- De provincie wil met de Voedselvisie 2020-2030 komen tot een duurzaam voedselsysteem in Noord-Holland. Daartoe stimuleert GS agrariërs tot omschakeling naar regeneratieve landbouw, kringlooplandbouw en korte ketens.
- Wil het college in gesprek gaan met de provincie om grootschalige intensieve pluimveehouderijen niet meer toe te staan in de gemeente Alkmaar?
Antwoord: Nieuwe intensieve (pluim)veehouderijen zijn al niet meer toegestaan in Alkmaar. Dit geldt voor zowel vestiging van nieuwe bedrijven als voor uitbreiding van bestaande. Bestaande intensieve (pluim)veehouderijen mogen blijven bestaan. - Hoe past het gemeentelijke beleid bij de provinciale visie en dan specifiek t.a.v. het verlenen van de vergunning voor een vleeskuikenbedrijf (plofkippen) met 107.000 dieren. Wetende dat er vele export is, en een risico is voor nieuwe zoönoses.
Antwoord: De Omgevingsvergunning is op 1 mei 2012 verleend. De uitbreiding en stalverbeteringen is getoetst aan de destijds geldende regelgeving en is destijds beoordeeld als een verbetering van de voormalige situatie. Op dit moment is er geen sprake van het aanpassen van de afgegeven vergunning. - Is het college bereid om op korte termijn met de kippenhouder in gesprek te gaan, er op aan te dringen dat nu de stallen leeg zijn, deze niet opnieuw te vullen met nieuwe plofkipvleeskuikens, en hulp te bieden richting een biologische natuurinclusieve bedrijfsvoering?
Antwoord: Zie beantwoording vragen 3 en 4a. College is altijd bereid om met ondernemers en provincie in gesprek te gaan over eventuele veranderingen in de bedrijfsvoering. Wij gaan hierbij uit van vrije wil. Mede uit empathie richting de getroffen ondernemer, zal het tempo waarop dit gesprek plaatsvindt dan ook afhangen van de ondernemer zelf.
- Wil het college in gesprek gaan met de provincie om grootschalige intensieve pluimveehouderijen niet meer toe te staan in de gemeente Alkmaar?
Met vriendelijke groet,
Kitty van Dam -Kooijman, fractievoorzitter Partij voor de Dieren Alkmaar
[3] https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2021/06/01/rapport-expertgroep-zoonosen
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen n.a.v. inspectierapport Horizon, locatie Antonius
Lees verderSchriftelijke vragen over houtstook en luchtkwaliteit
Lees verder